ROVER bekijkt nooduitgangen metro

De veiligheid van de metrotunnel staat de laatste tijd hoog op de agenda van het overleg tussen ROVER en het GVB-Metrobedrijf. Op 29 december 2000 heeft ROVER de vluchtwegen en nooduitgangen zelf kunnen bekijken. Onder leiding van directeur Van Haren van het Metrobedrijf en twee van zijn medewerkers maakten vier leden van de ROVER-afdeling een ondergrondse wandeling van het Weesperplein naar het CS.

Looppad
Na een uiteenzetting van de veiligheidsvoorschriften stapte het gezelschap, gehuld in reflecterende veiligheidsvesten, de tunnel in. Langs de beide tunnelwanden ligt een looppad. Dit pad wordt gevormd door deksels die bovenop een kabelgoot liggen. Sommige deksels wippen enigszins als je erop stapt. Dit is één van de zaken die het GVB op dat moment nog moest verbeteren. Langs de tunnelwand loopt een stang waaraan je je kunt vasthouden. Uiteraard is het zaak bij de stroomrails vandaan te blijven, ook al zijn die afgedekt met een beschermkap, want er staat 750 volt op. In een noodsituatie haalt het GVB de spanning eraf. De stroomrails lopen overigens op de meeste plaatsen niet langs het looppad; alleen op enkele korte stukjes bij wissels is dat wel het geval.

Wachten tot een trein is gepasseerd. Volgens de voorschriften is het verplicht om daarbij met de rug naar de wand te blijven staan, de hand aan de stang

De nooduitgangen van de tunnel liggen telkens ongeveer halverwege tussen twee stations. Vlakbij station Weesperplein zijn nog enkele extra nooduitgangen. Alle nooduitgangen zijn in de tunnel gemarkeerd met een blauwe TL-lamp. Op die plaatsen leidt een stalen trap omhoog. Veelal is dat een vaste trap, maar op sommige plaatsen moet de trap eerst aan een ketting omlaag worden getrokken.

Trappen
In een aantal gevallen bevinden de noodtrappen zich aan beide zijden van de metrosporen, waarbij ze direct vanaf de looppaden bereikbaar zijn. Maar er zijn ook plaatsen waar slechts één noodtrap is, in het midden tussen de sporen of alleen aan één kant van de tunnelbuis. Dit laatste is het geval bij de nooduitgang tussen CS en Nieuwmarkt, waar de metrotunnel met een boog onder de Waalseilandsgracht door gaat. Wanneer hier een trein op het andere spoor wordt geëvacueerd, moeten de reizigers de sporen en stroomrails oversteken om bij de nooduitgang te komen. Dit is een zeer ongelukkige situatie.


Nooduitgang Binnenkant, direct naast de Waalseilandsgracht. De tunnel heeft hier slechts aan één zijde een nooduitgang

Nooduitgang in de Weesperstraat. De nooduitgang ligt hier in het midden tussen beide metrosporen, en op straatniveau tussen beide autorijbanen

Roosters
De nooduitgangen zijn op straatniveau afgesloten door een scharnierend rooster. Dit rooster wordt ontgrendeld door een kruk opzij te draaien of een snaar naar beneden te trekken. Daarna kan het worden omhooggeduwd.

De roosters zijn op straat niet herkenbaar als nooduitgang. In de meeste gevallen liggen ze wel enige decimeters boven straatniveau, zodat er geen auto op kan worden geparkeerd. Maar voorbijgangers gooien er weleens rommel op. Als het noodluik opengaat, bestaat er een goede kans dat er lege flesjes en blikjes in het trapgat vallen.

Omhoogduwen van het rooster op het Waterlooplein. Deze nooduitgang komt midden tussen de marktkramen uit

Eén van de nooduitgangen bij station Weesperplein loopt via de toegang van een ondergrondse fietsenstalling, die allang is gesloten. De fietsgoten herinneren hier nog aan. Bordjes 'Openen' hangen aan de snaar waaraan je moet trekken om dit luik te ontgrendelen

In de tunnel is verlichting. Deze brandde tot voor kort alleen als er personeel aan het werk was; meestal heerste in de tunnel algehele duisternis. ROVER heeft gevraagd de verlichting continu te laten branden, zodat reizigers er in een noodgeval zeker van kunnen zijn dat zij zich in de tunnel kunnen oriënteren. Het GVB heeft inmiddels besloten de verlichting aan te laten.


Bij station Nieuwmarkt neemt het GVB momenteel een proef met een neonbuis-achtige lichtslang. Het schijnsel is betrekkelijk zwak; de lichtslang dient dan ook vooral als oriëntatie op de vluchtroute over het looppad

Een bewegwijzering van de vluchtroutes ontbrak tot voor kort. Het GVB monteert nu bordjes met het bekende symbool van een hollend mannetje in de tunnel. Deze bordjes zijn niet verlicht, maar in volledige duisternis lichten ze zwakjes op.

Vragen
De ondergrondse excursie was verhelderend. De nooduitgangen bleken op zichzelf goed bruikbaar, maar op sommige plaatsen is de bereikbaarheid vanaf de looppaden langs de tunnelwanden onvoldoende. Eén trap naar de straat mist leuningen. Ook andere zaken, zoals de zichtbaarheid en bewegwijzering van de vluchtroutes, laten nog te wensen over.

Minstens zo belangrijk als de technische staat van de vluchtroutes is het optreden van het GVB-personeel bij een calamiteit. Wanneer en hoe worden de passagiers van een gestrande metrotrein geïnformeerd? Wanneer en door wie wordt besloten tot een evacuatie, en wie helpt gehandicapte reizigers? Over deze zaken wil ROVER nog wel graag meer helderheid hebben.

Laatst gewijzigd: 23 januari 2001


Terug naar overzicht