ROVER-notitie "De juiste kaart"
Deze ROVER-notitie is een reactie op het GVB-plannen om de metro-ingangen met tourniquets af te sluiten en daarbij apart tarief met aparte vervoerbewijzen voor de metrolijnen in te voeren.
Inleiding
Herhaaldelijk is geconstateerd dat de metro sociaal onveilig is.
Drugshandelaars en hun vaak zwaar verslaafde klanten zorgen voor veel overlast
en hun aanwezigheid leidt tot een sfeer die door veel mensen als griezelig
wordt ervaren. Voorts wordt veel zwartgereden. Uit onderzoek blijkt dat
agressie in het openbaar vervoer vaak door zwartrijders wordt veroorzaakt.
Verder kennen veel stations nogal wat onoverzichtelijke gangen en hoekjes, en
ademen ze een sombere en onherbergzame sfeer, hetgeen eveneens leidt tot
gevoelens van onveiligheid.
Als oplossing voor de genoemde problemen is onder meer het invoeren van een
gesloten toegangsregime aangedragen. Tourniquets en elektronische kaartjes
zouden in ieder geval veel veroorzakers van overlast buiten de deur moeten
houden.
Deze notitie gaat met name over de plannen met betrekking tot het invoeren van
een apart metrokaartje. ROVER benadrukt overigens dat het invoeren van een
gesloten toegangsregime niet de enige oplossing is om de problemen op het
gebied van sociale veiligheid aan te pakken. Ook een actievere opstelling van
het personeel wanneer mensen regels overtreden, alsmede het opknappen en
moderniseren van metrostations (waarvoor de plannen in een vergevorderd stadium
verkeren) kunnen leiden tot een verbetering van de sociale veiligheid.
Tijdens informeel overleg is ROVER-Regio Amsterdam begin 2000 bijgepraat door
medewerkers van het GVB over de plannen met betrekking tot een gesloten
toegangsregime voor de metro. Hoewel ROVER de visie deelt dat voor de problemen
op het gebied van de sociale veiligheid een oplossing moet worden gevonden,
worden toch kanttekeningen geplaatst bij de plannen die er thans bestaan. ROVER
vindt met name de invoering van aparte metrokaartjes zorgwekkend, omdat er in
de plannen van wordt uitgegaan dat houders van de meeste gewone
vervoersbewijzen voor de metro opnieuw een kaartje moeten kopen. Dit betekent
ongemak voor de reiziger, en diens reis wordt waarschijnlijk ook duurder. Al
met al vindt ROVER de plannen niet bevorderlijk voor het openbaar vervoer.
Ketenbenadering in de knel
De reis per openbaar vervoer van bijvoorbeeld huis naar werkplek wordt vaak
uitgevoerd via een keten van vervoermiddelen, zoals eerst de trein en dan de
bus, of eerst de tram en dan de metro. Veel gebruikers van het openbaar vervoer
moeten dus overstappen. Een aanzienlijk aantal overstappers is voor een deel
van hun reis op de metro aangewezen, omdat belangrijke
werkgelegenheidsconcentraties en bijvoorbeeld ook medische instellingen vooral
per metro goed bereikbaar zijn. Tot nu toe voelen zij dit niet in hun
portemonnaie. Maar volgens de plannen die er nu zijn, worden reizigers die van
tram, bus of trein moeten overstappen op de metro in financiële zin benadeeld.
Het kopen van twee kaartjes voor de deeltrajecten pakt duurder uit dan de
aanschaf van één kaartje voor de gehele reis. Deze prijsverhoging moedigt het
gebruik van het openbaar vervoer niet aan. Overigens moet worden gevreesd, dat
minder draagkrachtige reizigers zullen kiezen voor het mijden van de metro,
hetgeen kan leiden tot capaciteitsproblemen bij bepaalde bus- en tramlijnen.
Ten denken valt hierbij aan buslijnen die het AMC aandoen, en tramlijn 5 in
Buitenveldert en Amstelveen.
Inmiddels zijn er vergevorderde plannen om – door bijvoorbeeld het invoeren van
rekeningrijden – mensen uit de auto en in het openbaar vervoer te krijgen, om
zo het fileprobleem te verkleinen. Juist degenen die moeten worden overgehaald
om de auto te laten staan – forensen die dan straks eerst per trein of
streekbus naar de regio Amsterdam zouden moeten komen, om vervolgens per
stedelijk openbaar vervoer verder te reizen –, moeten volgens de GVB-plannen in
plaats van één abonnement dat voor alle systemen geldig is twee soorten
kaartjes kopen: één voor de trein en/of bus en één voor de metro. Dat is
onhandig en duur, en het werkt ongetwijfeld ontmoedigend. Het openbaar vervoer
zou zijn klanten juist moeten proberen te binden door het gebruik van
abonnementen te bevorderen. Dit betekent dus dat de huidige plannen haaks staan
op de wens, het fileprobleem op te lossen.
Een ander probleem is het continueren van de huidige afspraak met NS, dat bij
verstoringen reizigers over en weer gebruik mogen maken van trein en metro. De
toumiquets van de metro zullen niet reageren op de vervoerbewijzen van NS.
In Amstelveen zal de situatie uiterst onoverzichtelijk zijn, omdat dan voor
tram 5 en sneltram 51 op hetzelfde traject de kaartjes over en weer niet geldig
zijn.
Voorts zal het voorgestelde systeem er hoogstwaarschijnlijk toe zal leiden dat
het openbaar vervoer voor de consument die ook de metro gebruikt duurder wordt.
Dat is des te onredelijker omdat juist het metrosysteem is ontworpen om grote
hoeveelheden reizigers te kunnen vervoeren.
Tijdelijk?
Het GVB beschouwt de kwestie van de onmogelijkheid gewone vervoersbewijzen in
de metro te gebruiken slechts als een tijdelijk probleem. Het bedrijf verwacht
een voortrekkersrol te spelen en hoopt dat de invoering van het elektronische
metrokaartje zal leiden tot een stroomversnelling waar het gaat om landelijke
invoering van de OV-chipcard. ROVER is niet zo optimistisch over dit verwachte
effect; er wordt immers al jarenlang aan een landelijke OV-chipcard gewerkt, en
helaas moet uit recente ontwikkelingen worden afgeleid dat de kans niet groot
is, dat binnen afzienbare tijd een landelijk uniform syteem zal worden
ingevoerd. ROVER is van mening, dat als het GVB niettemin werkelijk gelooft in
de tijdelijkheid van het probleem, er dan ook tijdelijke voorzieningen moeten
komen die het mogelijk maken dat ook houders van gewone vervoerbewijzen van de
metro gebruik kunnen blijven maken zonder dat zij daarvoor apart en extra
behoeven te betalen. Per station zou bijvoorbeeld bij één toumiquet een beambte
aanwezig kunnen zijn, die voor bezitters van een gewoon vervoerbewijs door een
druk op de knop het tourniquet kan openen. De personele bezetting kan naar het
oordeel van ROVER geen probleem zijn; er wordt in de huidige plannen nu al
vanuit gegaan dat op ieder station iemand aanwezig is voor assistentie van
bijvoorbeeld reizigers met een kinderwagen of rolstoel.
Tourniquets
In het GVB-rapport wordt gesteld dat kleuters over de tourniquetten heen getild
moeten worden. Zulks brengt een groot ongevalsrisico met zich mee. ROVER wijst
dit dan ook zonder meer van de hand. Verder kan een lenige zwartrijder dan ook
over de toumiquetten heenspringen; reden voor het Parijse vervoerbedrijf RATP
om de tourniquetten manshoog te maken. Onduidelijk is, welke maatregelen worden
genomen om te zorgen dat bij calamiteiten alle toumiquetten op een station
opengaan, zodat reizigers de plaats des onheils kunnen verlaten zonder dat ze
in de rij een voor een hun vervoerbewijs moeten laten uitchecken. Er zijn dus
nog veel vragen.
Conclusies
Het moge duidelijk zijn dat ROVER veel kritische kanttekeningen plaatst bij de
plannen zoals die begin 2000 zijn gepresenteerd. In diverse opzichten zijn de
plannen voor ROVER onaanvaardbaar. Er moet naar het oordeel van ROVER nog veel
aan worden bijgeschaafd voordat met de uitvoering van de plannen kan worden
begonnen.
Hoewel deze notitie gaat over zaken met betrekking tot de metro en de sneltram, wordt om een al te langdradig taalgebruik te voorkomen in deze notitie gesproken van "metro," terwijl bedoeld wordt "metro en sneltram". Wanneer in deze notitie de term "gewone vervoerbewijzen" wordt gebruikt, worden de nu gangbare vervoerbewijzen zoals strippenkaarten, sterabonnementen en NS-trajectabonnementen met stad-streeksupplement bedoeld. Met de term "kaartje(s) kopen" in/voor de metro wordt bedoeld het aanschaffen, ontwaarden en/of opwaarderen van een chipcard.
mei 2000